Sluiten

Huisdier kwijt of gevonden

Dieren gaan soms hun eigen gangetje, zonder dat ze zich er druk om maken wat mensen daarvan vinden. Vooral katten zijn hier goed in, maar ook honden, paarden en andere dieren kunnen ervandoor gaan. We vertellen hier wat je moet doen als je een dier kwijt bent, maar ook wat je moet doen als je een dier hebt gevonden.

Wat moet je doen als je dier zoek is?

Je moet er alles aan doen om je dier terug te krijgen. Bel het asiel of ga erheen om te vertellen dat je dier zoek is. Hetzelfde kun je doen bij de gemeente, de dierenambulance en Amivedi. Je moet dan precies vertellen hoe je dier er uitziet, hoe hij heet, en of er speciale dingen zijn. En vergeet niet het chipnummer erbij te vertellen.

Ook kun je oproepjes plaatsen op daarvoor geschikte pagina’s op internet. Je kunt in jouw buurt overal aanbellen en vragen of mensen jouw dier gezien hebben. Of briefjes ophangen met een foto van je dier erbij (natuurlijk haal je die ook netjes weg als je het dier terug hebt gevonden. En geef dat dan ook door bij iedereen die je hebt gezegd dat je dier zoek was!).

Het chipnummer

Als het goed is, is je huisdier ‘gechipt’. Dat betekent dat hij een piepklein elektronisch staafje zo groot als een rijstkorrel, de chip, onder zijn huid heeft. Als je daar een afleesapparaat bij houdt, kun je het chipnummer zien. Met dat chipnummer kan een asiel opzoeken wie het baasje van een gevonden dier is. Dan kan het dier weer snel bij je terug worden gebracht! Is je huisdier nog niet gechipt, laat dat dan zo snel mogelijk bij de dierenarts doen, en zorg ervoor dat jullie naam en adres bij een portaal worden geregistreerd! 

Meer over chippen lees je in het Handige verhaal over ‘Je huisdier laten chippen’.

Wat moet je doen als je een dier vindt?

Het klinkt heel gek, maar een gevonden dier wordt gezien als een ‘gevonden voorwerp’. Je kunt het vergelijken met een fiets of een mobieltje. Dus als je een dier vindt, moet je hetzelfde doen als wanneer je een fiets of mobieltje hebt gevonden: je moet naar de gemeente om te vertellen dat je een dier hebt gevonden. Vaak zal de gemeente je doorsturen naar het asiel. Je mag ook zelf meteen naar het asiel gaan om te vertellen dat je een dier hebt gevonden en het dier daar te brengen. En je kunt ook eerst even op het internet kijken bij Amivedi. Misschien zie je daar de eigenaar en kun je hem meteen vertellen dat zijn dier terecht is.

Pas op: dieren uit het wild, zoals egels, mollen of wilde vogels, mag je niet meenemen. Dat is volgens de wet verboden! Het gaat hier dus om echte huisdieren.

Niet zelf houden

Je mag dus niet zomaar een gevonden dier houden. Als het dier is gechipt (dat kun je bijvoorbeeld aan de dierenarts vragen) of als je op een andere manier te weten kunt komen wie zijn baasje is, moet je de eigenaar laten weten dat je zijn dier hebt gevonden. Soms kun je het dier dan meteen weer aan zijn eigenaar teruggeven. En anders moet het dier naar het asiel. Dat moet echt, anders ben je een dief… 

Alleen als de gemeente en het asiel het goed vinden dat het dier bij jou blijft tot zijn baasje gevonden is, mag je het dier mee naar huis nemen. Als de eigenaar wordt gevonden, moet je het dier teruggeven. Je mag de eigenaar wel vragen iets te betalen voor de verzorging van zijn dier. Pas als er een jaar lang niemand is gekomen om het dier op te halen, mag je het houden. 

Wat gebeurt er met een achtergelaten dier?

Als een dier alleen achtergelaten wordt of ergens gevonden wordt, moet de stad of het dorp waar het dier wordt gevonden zorgen voor goede opvang. Meestal gaat het dier dan naar het asiel of de dierenambulance.

De eigenaar heeft twee weken de tijd om zich te melden. Komt er dan geen eigenaar, dan mag het asiel een nieuwe baas voor het dier gaan zoeken. In sommige gevallen mag dat al na minder dan twee weken, bijvoorbeeld omdat opvang veel te duur wordt of omdat het dier veel te ziek is om zo lang te wachten.