Sluiten

Spreekbeurt konijn

Hier lees je meer over het verblijf, de verzorging en de voeding van konijnen. Handig als je konijnen wilt hebben, maar ook als je een spreekbeurt over het konijn gaat houden!

Maak kennis met het konijn

Hoe ziet een konijn eruit?

Wilde konijnen zijn meestal grijsbruin van kleur. Tamme konijnen zijn er in alle soorten en maten en met verschillende kleuren en vachten. Er zijn wel vijftig verschillende rassen. Dwergrassen zijn het kleinst, zoals de Nederlandse kleurdwerg of de hangoordwerg. Ze wegen vanaf ongeveer één kilo. Er zijn ook hele grote rassen: een Vlaamse reus kan wel acht kilo wegen! Vaak zijn kleine konijnen wat feller en schrikachtiger dan hun grote soortgenoten. Een konijn dat als huisdier wordt gehouden kan ongeveer acht tot tien jaar oud worden als je goed voor hem zorgt en soms nog wel ouder. Hele grote konijnen worden vaak wat minder oud: ongeveer 5 of 6 jaar.

Hoe leven konijnen?

In de vrije natuur leven konijnen in grote groepen samen. Ze wonen boven en onder de grond in holen en gangen. De groepen waarin de konijnen leven, bestaan uit ongeveer twintig volwassen dieren en hun jongen. Het wilde konijn eet verschillende soorten planten, zoals grassen en akkergewassen. Konijnen zijn groepsdieren dus ze leven niet graag alleen. Houd daarom minstens twee konijnen samen in een flink groot hok. Stop dan nooit twee mannetjes bij elkaar, want die gaan meestal vechten. Een mannetje en een vrouwtje kan wel, maar dan moet je in ieder geval het mannetje laten castreren bij de dierenarts. Dat betekent dat hij geen jonkies meer kan maken. Anders heb je gauw een hok vol jonge konijnen! Je kunt behalve het mannetje ook nog het vrouwtje laten castreren. Dat heeft nog een extra voordeel: een ongecastreerd vrouwtje heeft namelijk op latere leeftijd grote kans op baarmoederkanker.

Twee vrouwtjes bij elkaar kan goed gaan, maar soms gaan ze toch vechten. Het gaat het beste als ze als jonge konijntjes bij elkaar worden gezet, veel ruimte hebben en als je ze laat castreren. Als je twee konijnen die elkaar niet kennen bij elkaar wilt zetten, moet je ze eerst goed aan elkaar laten wennen, anders kunnen ze flink vechten en elkaar verwonden. Dat doe je buiten het hok en je moet er altijd bij blijven. Doe zoiets nooit zelf maar vraag je ouders of iemand die verstand heeft van konijnen om te helpen. Pas als ze elkaar een aantal keer hebben ontmoet en ze zijn lief tegen elkaar, kun je ze samen in een groot hok doen.

Voortplanting

Vrouwtjeskonijnen, ook wel voedsters of moeren genoemd, kunnen jongen krijgen als ze drie tot vijf maanden oud zijn. Ongeveer dertig dagen na de bevruchting worden de jongen geboren. Een nest bestaat vaak uit drie tot acht jongen. Ze worden kaal en blind geboren. Na drie weken gaan ze een beetje rondscharrelen. Jonge konijntjes moeten volgens de wet tenminste zes weken op hun geboorteplek blijven. Nog wat langer is vaak beter want jonge konijntjes zijn kwetsbaar. Voedsters kunnen direct nadat ze jonge konijntjes hebben gekregen, weer in verwachting raken.

Bijzonderheden over het konijn

Konijnen zijn groepsdieren en worden erg ongelukkig in hun eentje. Neem dus tenminste twee konijnen.

Konijnen vinden het vaak fijn om geaaid te worden, maar worden niet graag opgetild. Aaien is dus prima, maar om te knuffelen kun je het beste bij je konijn op de grond gaan zitten.

Konijnen kunnen bijten als ze bang of boos zijn, maar ze kunnen met hun achterpoten ook flink krabben. Als ze spartelen bij het optillen kunnen ze hun rug bezeren of zelfs breken. Pak ze daarom voorzichtig op of laat je ouders dat doen.

Konijnen die ’s winters buiten leven, moet je niet steeds in huis halen: het temperatuurverschil kan ze ziek maken.

Verzorging van konijnen

Een verblijf voor konijnen

Konijnen moeten in hun hok kunnen lopen, languit kunnen liggen en rechtop op hun achterpoten kunnen staan. Hoe groot het hok moet zijn, hangt af van hoe groot je konijnen zijn, en met hoeveel ze zijn. Twee dwergkonijnen hebben een hok nodig van tenminste 160 x 60 x 50 cm. Er moet dan wel een grote ren bij waar ze een paar uur per dag hun benen kunnen strekken en echt kunnen rennen! Grotere konijnen moeten ook een groter hok hebben. In de huisdierenbijsluiter over het konijn vind je een tabel waar de maten in staan voor verschillende manieren van huisvesten.

Een buitenhok moet een nachthok hebben dat waterdicht en winddicht is en waar het niet gaat vriezen. Het hok moet zo staan dat er geen koude wind in kan waaien en dat de konijnen 's zomers in de schaduw kunnen zitten. In het nachthok doe je stro en hooi, zodat de konijnen een fijne slaapplek hebben en ze een warm holletje kunnen maken. In de buitenren moeten tegels op de grond liggen of je moet het gaas minstens 50 centimeter de grond in graven, want anders graven de konijnen al heel snel een gang onder het hok door en ben je ze kwijt. Houd een konijn nooit in zijn eentje buiten. Hij kan zich dan niet zo goed warm houden en hij wordt erg eenzaam.

Een groot binnenhok kan ook, dan moeten de konijnen elke dag een paar uur los rond mogen lopen. Maar maak dan eerst de kamer helemaal veilig (pas op snoeren en planten)! Je kunt ook een deel van de kamer afzetten met hekken van een ren zodat de konijnen hun eigen plek hebben om te spelen en rennen.

Op de bodem van het konijnenhok kun je strokorrels, korrels gemaakt van papier, kranten of zaagsel zonder stof gebruiken met daar overheen een laag hooi of stro. Als je een deel van de kamer afzet kun je daar ook vloerzeil neerleggen. Dat mag niet glad zijn en de konijnen mogen er niet aan kunnen knagen. Je kunt er dan toiletbakken neerzetten en schuilhokjes.

wat eet een konijn

Het beste kun je hooi en speciale brokjes voor konijnen geven. Bij de dierenwinkel zijn brokjes (biks) en gemengd konijnenvoer te koop. Biks is beter voor de tanden van het konijn. Een ander voordeel van biks is dat daarin alle voedingsstoffen zitten die konijnen nodig hebben. Veel konijnen die gemengd voer (met allerlei kleurtjes tussen de brokken) krijgen, snoepen er alleen die dingen uit die ze lekker vinden. Maar dat zijn meestal nou net de dingen die niet zo gezond zijn!

Het is heel belangrijk dat je konijnen altijd vers, schoon hooi hebben om te eten. Dat is goed voor het gebit en goed voor hun buik. Geef minstens eens per dag een nieuwe pluk hooi, ook als er nog wat ligt. Stro kan ook, maar dat vinden ze vaak minder lekker. Dan heb je kans dat ze er niet genoeg van eten dus geef liever hooi of allebei. Ze mogen zoveel hooi eten als ze willen.

Van biks mag je niet zo veel geven: per kilo konijn geef je twintig gram biks. Dus is jouw konijn twee kilo, dan krijgt hij elke dag veertig gram biks. Dat kun je wegen op een keukenweegschaal om te zien hoeveel het is.

Zorg dat je konijn niet te dik wordt, dat is ongezond. Ook sommige soorten groenten en fruit vinden ze lekker, maar niet alle soorten zijn goed. Je moet ze er altijd langzaam aan wennen met kleine stukjes tegelijk. 

Konijnen moeten altijd vers water kunnen drinken. Ze drinken het liefst uit een stevig en zwaar bakje. 

Als je konijn niet wil eten en het gaat na een paar uur niet beter, moet je de dierenarts bellen, want dan kan hij buikpijn hebben en daarvan kan hij erg ziek worden. Wacht nooit tot de volgende dag als je konijn niet wil eten!

een konijn Verzorgen

Een konijnenhok moet regelmatig schoongemaakt worden. Als het gaat stinken, ben je te laat! Konijnen plassen en poepen het liefst in een vaste hoek van hun hok. Daar kun je een toiletbak neerzetten zodat je het makkelijk kunt verschonen. In de bak doe je dan een bodembedekker die goed vocht opneemt. Daarop leg je weer stro en in de hoek een pluk hooi zodat ze iets kunnen eten. Heb je geen toiletbak, dan kun je een krant onder de bodembedekking leggen. Dan kun je die plek makkelijker verschonen. Maak de toiletplek elke dag schoon. Gebruik op de bodem van de toiletbak nooit kattenbakvulling die klompjes vormt als het nat wordt, want als je konijn er van eet, dan raken zijn darmen verstopt!

Kortharige konijnen moeten in de ruiperioden, als ze veel haren verliezen, regelmatig gekamd worden. Omdat de vacht van langharige konijnen gemakkelijk gaat klitten, moeten ze elke week helemaal geborsteld worden, ook als ze niet ruien. Kijk ook elke dag of er geen klitten zijn en kam die er voorzichtig uit met een kam met wijde tanden. Let op: je mag nooit aan klitten trekken, want dan kun je de dunne huid beschadigen. De vacht van langharige konijnen kun je het beste minstens elke twee maanden laten knippen in een trimsalon.

Als je konijnen buiten wonen, moet je ze in de winter extra veel hooi en stro geven. Daar kunnen ze dan in wegkruipen om zich warm te houden.

Is het konijn een huisdier voor jou?

Ja, maar je moet wel een paar dingen weten. Konijnen zijn groepsdieren, dus leven ze niet graag alleen. Houd daarom minstens twee konijnen samen. Zorg dat je alle belangrijke dingen over je konijnen weet om goed voor ze te kunnen zorgen. Het is belangrijk dat je ouders je helpen bij de verzorging.

Wat wel en wat niet!

NIET… los in huis laten als je er niet bij bent. Konijnen vinden het leuk om aan elektriciteitskabels te knagen, en dat kan levensgevaarlijk zijn. Het beste doe je alle kabels in speciale kabelgootjes zodat je konijnen er niet bij kunnen komen.

WEL … zorgen dat een konijn voldoende beweging krijgt; zo zorg je dat hij niet te dik wordt.

NIET… een konijn aan zijn oren of aan zijn nekvel oppakken. Dat doet hem pijn en kan hem verwonden!

WEL … alleen als het echt nodig is: optillen met één hand rond zijn achterwerk en met je andere hand onder zijn borst. Daarna druk je het dier zachtjes tegen je aan. Je kunt zijn kop onder je arm houden, dan ziet het konijn niks en is hij rustiger. Als je konijn vrij rustig is kun je hem ook rond laten kijken, maar hou hem wel goed vast. Kijk ook bij de foto’s op de volgende pagina! Als je bang bent dat je konijn gaat spartelen, laat het oppakken dan door je ouders doen. Als je hem terugzet in zijn hok, doe hem dan achterstevoren zijn hok in, dus zijn achterwerk eerst! Dan kan hij niet ineens uit je handen springen.

NIET… een konijn in de vrije natuur loslaten als je niet meer voor hem kunt zorgen; een tam konijn overleeft dat niet.

WEL … je konijnen elk jaar laten inenten tegen myxomatose en RHD, twee gevaarlijke konijnenziektes.

Leuke weetjes over konijnen

De tanden en kiezen van konijnen groeien altijd door en kunnen in een week wel twee millimeter langer worden! Daarom moeten konijnen elke dag ruwvoer (gras, hooi en stro) eten. Daar slijten hun tanden van.

Konijnen eten een deel van hun nachtpoep gelijk weer op, de zogenaamde blindedarmkeutels. In deze poep zitten voedingsstoffen die een konijn nodig heeft, dus laat ze maar eten.

Konijnen kunnen prima buiten leven. Zet ze dan wel in de zomer al buiten. Als ze buiten gewend zijn, krijgen ze 's winters een warme dikke vacht. Zorg dat ze zich kunnen ingraven in een dikke laag hooi en stro.