Spreekbeurt vissengroep karperzalmen

Hoe zien karperzalmen eruit?

De familie van de karperzalmen bestaat uit meer dan duizend vissoorten. De meeste aquariumsoorten blijven vrij klein. Het zijn bijna allemaal scholenvissen, die je met groepen tegelijk in het aquarium houdt. Ze kunnen prachtige kleuren hebben. Veel gehouden soorten zijn de roodvinzalm, rouwtetra, keizertetra, het lichtvisje, de rode rio, de sterkvlekzalm, de roodoogzalm en de bekende kardinaaltetra en neontetra. Afhankelijk van de soort kunnen karperzalmen zo’n 2 tot soms meer dan 10 jaar oud worden.

Hoe leven karperzalmen?

Karperzalmen leven oorspronkelijk vooral in Zuid-Amerika maar ook wel in Midden-Amerika, Mexico en Texas. Het zijn echte scholenvissen, die in allerlei omgevingen voorkomen. Een school is een groep vissen die zwemt als één geheel, de vissen bewegen tegelijk. In zo’n school voelen ze zich het prettigst, dan zijn ze veiliger tegen roofvissen. Veel aquariumsoorten leven tussen bladeren en plantenwortels in ondiep, donker water.  

Voortplanting

Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is bij de meeste soorten lastig te zien. De volwassen vrouwtjes hebben vaak een wat rondere buik dan de mannetjes, mannetjes zijn soms wat feller gekleurd dan de vrouwtjes. Karperzalmen leggen hun eitjes los in het water tussen de planten en kijken er dan niet meer naar om. Als je de volwassen vissen niet weghaalt bij de eitjes, kunnen ze hun eigen eieren opeten!  De eitjes zakken meestal naar de bodem. Na één tot twee dagen komen de bevruchte eitjes uit. De piepkleine larven zitten dan nog vast aan hun dooierzak waar ze de eerste paar dagen van leven. Ze hangen dan vaak aan de wand van het aquarium. Daarna beginnen ze vrij door de bak te zwemmen. Ze hebben heel klein voer nodig en veel verstopplekjes.

Bijzonderheden over karperzalmen

De meeste karperzalmen zwemmen graag in het midden van het aquarium. Een paar soorten zwemmen wat meer bovenin, zoals de hockeystick, en een paar zwemmen ook laag, zoals de neon tetra.

Om de vissen gezond te houden is het erg belangrijk om te zorgen voor gezond water en goede voeding. Stress kun je voorkomen door de vissen zo veel mogelijk met rust te laten en ze op dezelfde tijd te voeren. Zet geen soorten bij elkaar die elkaar lastigvallen.

De eitjes en de jongen van karperzalmen kunnen slecht tegen licht, dus een kweekbak kun je de eerste tien dagen beter donker houden

een verblijf voor karperzalmen

Bij het opzetten, inrichten en onderhouden van een aquarium komt heel wat kijken. In het ‘Handig’ verhaal over ‘het tropisch zoetwateraquarium’ lees je hoe dat moet.

Omdat het scholenvissen zijn, kun je karperzalmen het beste gezellig met minstens tien soortgenoten houden in een flink aquarium. Om als school heen en weer te kunnen zwemmen, is open zwemruimte nodig. Het aquarium moet dan ook minstens zestig centimeter lang zijn, maar voor de iets grotere of drukke soorten langer. De watertemperatuur moet zo’n 24 graden zijn. Gebruik een verwarmingselement en een warmteregelaar, zodat de temperatuur ongeveer gelijk blijft. Ook heb je een waterfilter en verlichting nodig. De zuurgraad moet voor de meeste soorten tussen de 6 en 6,5 zijn, en het water moet vrij zacht zijn, ongeveer 8 DH. Zorg dat het licht niet te fel is, daar houden de vissen niet van. Een donkere bodembedekking is het beste, dit geeft de vissen een veilig gevoel en bovendien zie je dan hun mooie kleuren het beste. Planten zijn ook nodig, daarin kunnen ze zich verstoppen.

wat eten karperzalmen

Karperzalmen kun je voeren met droogvoer, diepvriesvoer en levend voer zoals watervlooien, pekelkreeftjes of muggenlarven. Een paar soorten eten ook graag planten. Als je diepvriesvoer geeft, moet je dat wel eerst ontdooien voordat je het in het water doet. Geef liever twee of drie keer per dag een klein beetje voer dan in een keer een heleboel. Geef niet meer dan wat de vissen in één tot twee minuten opeten. Zo blijven er niet te veel etensresten achter.

karperzalmen verzorgen

Zorg dat het water schoon en gezond is. Haal voedsel- en plantenresten uit het water met een speciale zuiger of een schepnetje. Blijft er vaak voer liggen, voer dan minder. Kijk elke dag of de temperatuur goed is en of de vissen nog vrolijk rondzwemmen.

Het is belangrijk om eens in de week of bij een groot aquarium eens in de twee weken een deel van het water te vervangen. Test eerst het water zodat je weet of je veel of weinig water moet vervangen. Haal per keer minstens een tiende en maximaal de helft van het water uit het aquarium en doe er voorzichtig vers water bij. Gebruik daarvoor altijd water op de juiste temperatuur en gebruik een waterbehandelaar. Ververs bij gevoelige vissen liever vaak een klein beetje dan in één keer veel water.

Maak sponzen of watten uit het filter schoon door te spoelen in schoon water, dat niet heet mag zijn. De ruiten van het aquarium kun je het beste schoonhouden met een pluk filterwatten.

Gebruik geen schoonmaakmiddelen in je aquarium. En gebruik de emmer en het schepnetje voor het aquarium niet voor andere schoonmaakklussen. Maak ze nooit schoon met schoonmaakmiddel, want dat kan giftig zijn voor de vissen. Je mag ze wel spoelen in azijn en daarna heel goed uitspoelen met water.

Bij de dierenspeciaalzaak kun je middelen kopen om ziekten te behandelen. Ook kun je daar terecht voor advies en met vragen over ziekten.

WEL… planten afspoelen voordat je ze in het aquarium zet, om zo parasieten te voorkomen. Parasieten zijn lastige beestjes die jouw vissen ziek kunnen maken, zoals luizen of wormen.

NIET… het potje droogvoer op de lichtkap van het aquarium zetten, want dan wordt het te warm en gaan de vitaminen verloren.  

WEL… altijd je handen wassen als je met het aquarium bezig bent geweest. Vissen kunnen ziekten bij zich dragen die ook mensen ziek kunnen maken.

NIET… vergeten een dichte achterwand te maken voor je aquarium. Een aquarium waar je doorheen kunt kijken, geeft vissen vaak een onveilig gevoel.