Ziek door je dier: zoönosen
Dieren kunnen ziekten bij zich dragen waar mensen ook ziek van kunnen worden. Deze ziekten worden met een moeilijk woord ‘zoönosen’ (spreek uit als ‘zowonosen’) genoemd. Gelukkig kun je er vaak zelf voor zorgen dat je niet ziek wordt van je huisdier. In dit stuk vertellen we meer over zoönosen, hoe je ze kunt krijgen en wat je ertegen kunt doen.
Hoe kun je ziek worden van een huisdier?
Voordat je je zorgen gaat maken: normaal gesproken hebben gezonde huisdieren geen ziekteverwekkers bij zich waar je bang voor hoeft te zijn. Zorg wel dat je altijd je handen wast als je met dieren hebt gespeeld of als je het hok hebt schoongemaakt, en zeker als je buiten hebt gespeeld. Dan kun je onbezorgd met huisdieren omgaan. We noemen hier een paar manieren waarop je ziek van een dier kunt worden.
Aanraken of knuffelen
Je kunt soms ziek worden door te knuffelen met een dier dat een ziekte (bijvoorbeeld schimmel) bij zich heeft. Maar ook doordat je wordt gekrabd of gebeten door een dier. Met een flinke beet of kras van een dier kun je beter maar even naar de dokter gaan!
Spelen op een plek waar een dier heeft geplast of gepoept
Op zo’n plek, in het zand of in de bosjes, kunnen wormeneitjes liggen. Die komen met de poep van de dieren mee naar buiten. En als je die binnen krijgt, bijvoorbeeld doordat je met je handen aan je mond komt of een boterham vastpakt, dan krijg jij zelf ook wormen. Was dus altijd goed je handen als je buiten hebt gespeeld en ook altijd voor je iets eet. Niet vergeten!
Door insecten
Door insecten of teken kunnen ziekten van huisdieren bij mensen terecht komen. Je kunt bijvoorbeeld kattenkrabziekte krijgen van een beet of haal van een kat, maar ook door vlooienbeten. Als de vlo eerst de kat bijt, dan kan hij de ziekte met zich meenemen, en als de vlo daarna jou bijt, kan hij de ziekte aan jou geven.
Hoe ga je gezond met een huisdier om?
- Je ouders moeten ervoor zorgen dat jullie huisdier gezond is en regelmatig wordt onderzocht door een dierenarts.
- Een kat of hond moet altijd goed behandeld worden tegen wormen en vlooien, het hele jaar door.
- Knuffel of speel niet met zieke of onbekende dieren.
- Ruim hondenpoep direct op of verschoon iedere dag de kattenbak. En daarna: handen wassen!
- Ook als je het konijnenhok, de vogelkooi, de schildpaddenbak, je aquarium of een ander hok van je huisdier hebt schoongemaakt moet je goed je handen wassen met water en zeep.
- Laat een huisdier niet in je gezicht of aan wondjes likken.
- Deel niet je eten met je huisdier en geef hem geen kusjes.
- Zorg dat je niet gebeten of gekrabd wordt en ga naar de dokter met diepe bijt- of krabwonden.
Waar kun je ziek van worden?
Ziekten die van dieren naar mensen kunnen gaan, komen vaak door parasieten, schimmels, bacteriën en virussen. We leggen hier uit wat dat zijn.
Parasieten
Parasieten leven op of in dieren. Bijvoorbeeld de vlo, die in de vacht van een huisdier leeft. Meestal bijt hij alleen de hond of de kat, maar soms dus ook mensen. Verder zijn er luizen, teken en mijten, allemaal kleine beestjes. Je krijgt ze meestal niet door dieren te aaien of te knuffelen, maar door op de grond te spelen, in de bosjes of in een zandbak.
Behalve parasieten die op het lichaam van een huisdier leven, zijn er ook parasieten die in het lichaam kunnen leven, bijvoorbeeld wormen. Honden en katten krijgen makkelijk wormen, ook jonge pupjes en kittens hebben die. De eitjes van die wormen komen met de poep naar buiten en kunnen dan bij andere honden of mensen terecht komen. Vooral kinderen die veel in zandbakken, tuinen en parken spelen en hun vingers in de mond steken, kunnen de eitjes binnenkrijgen. Daar merken ze meestal verder niets van, en ze worden er ook niet ziek van. De eitjes komen uit in hun buik en de larfjes die eruit komen, gaan vanzelf dood.
Schimmels
Schimmels komen voor op alle dieren, zoals katten, honden, konijnen, cavia’s en paarden. Schimmels zie je niet, maar ze kunnen wel op mensen overstappen! Die krijgen dan ronde, rode, kriebelende vlekken op hun gezicht of armen, precies op de plek waarmee ze een dier met schimmel hebben aangeraakt.
Als je zulke plekken krijgt, moet je naar de dokter gaan, want jij kunt de schimmel ook weer aan andere mensen geven en schimmels gaan niet vanzelf weg. Dan moet je een zalfje krijgen. En natuurlijk moet ook je huisdier bij de dierenarts worden onderzocht, die moet ook behandeld worden zodat de schimmel weg gaat.
Bacteriën
Bacteriën (je zegt ‘bakteeriejun’) zijn zo klein, dat je ze alleen met een microscoop kunt zien. Ze zijn bijna overal te vinden. Van de meeste bacteriën word je niet ziek. En veel bacteriën zijn juist goed voor je gezondheid. Er zijn ook bacteriën waar dieren en mensen ziek van kunnen worden. Ze zorgen bijvoorbeeld dat dieren en mensen kattenkrabziekte krijgt, papegaaienziekte, of Q-koorts. En door de beet van een hond of kat kunnen bacteriën uit de dierenbek in de huid van een mens terechtkomen.
Virussen
Virussen zijn nog kleiner dan bacteriën. Hoewel ze klein zijn, kunnen ze ernstige ziekten veroorzaken bij mens en dier. Hondsdolheid was een ernstige ziekte die bij mensen en dieren voorkwam door een virus. Gelukkig komt deze ziekte in ons land niet meer voor. Het hanta virus kun je krijgen van plas en keutels van knaagdieren als die dit virus bij zich hebben. Je krijgt er een soort griep van.
Honden- en kattenbeten
Duizenden keren per jaar worden er mensen door honden gebeten, en soms ook door een kat. Omdat er bij een bijtwond vaak bacteriën vanuit de bek in de wond komen, kunnen mensen met een beet daar flink ziek van worden. Daarom moet elke beet goed behandeld worden bij de dokter of in het ziekenhuis. Tips om bijtwonden bij grote mensen en bij kinderen te voorkomen vind je op www.minderhondenbeten.nl.
Kattenkrabziekte
Deze ziekte wordt vooral overgebracht door kattenkrabben, maar ook door beten van een jonge kat. Zelfs het likken van een wondje kan kattenkrabziekte veroorzaken. Mensen met kattenkrabziekte voelen zich erg ziek. Ze krijgen koorts en hoofdpijn, en op de plaats van de wond komen kleine puistjes. Natuurlijk moet je dan naar de dokter!
Zorg dat je geen kattenkrabziekte krijgt:
- Ga nooit zomaar spelen en knuffelen met een kat die je niet kent.
- Als je een wondje krijgt bij het spelen met de kat, moet je het meteen wassen met zeep.
- Laat een kat niet aan wondjes likken.
- Speel niet te wild met een (jonge) kat en zorg dat je geen wondjes krijgt.