Sluiten

Spelen met een hond

Honden vinden het vaak leuk om met mensen te spelen. Door met een hond te spelen, kun je goede vriendjes met hem worden. En je hond krijgt beweging en hoeft zich niet te vervelen, dat is ook belangrijk. Er zijn wel een paar dingen waar je op moet letten als je met een hond gaat spelen. Hier lees je hoe je veilig met een hond speelt, en vind je tips voor leuke spelletjes.

Veilig voor jou

Honden zijn meestal lief, maar toch moet je een beetje oppassen als je met ze speelt. Want honden hebben sterke tanden. En als het spel te wild is, kan het fout gaan. De hond kan bijvoorbeeld te druk worden en jou per ongeluk raken met zijn tanden. Of hij wordt boos, als hij het spel niet meer leuk vindt. Of hij schrikt en wil zich verdedigen, als jij per ongeluk iets doet wat hem pijn doet of wat hij eng vindt. Daarom zijn er een paar regels om op te letten. Zo zorg je dat het spel leuk blijft en dat het niet mis kan gaan.

  • Doe geen spelletjes waarbij de hond zijn tanden moet gebruiken. De kans dat het fout gaat, is dan groter. Trekspelletjes zijn dus geen goed idee: laat dat maar aan volwassenen over.
  • Doe geen spelletjes waarbij je onder of op de hond ligt, en ga niet op de grond liggen met de hond. Dan kan de hond denken dat hij de baas over jou kan spelen. Maar bovendien is jouw hoofd dan dicht bij zijn tanden en dat is niet veilig.
  • Zorg altijd dat er een volwassene bij is als je met een hond gaat spelen. Als de hond dan te wild wordt, kan de volwassene je helpen. Honden luisteren vaak niet zo goed naar kinderen.

Veilig voor de hond

Natuurlijk moet het spel ook veilig zijn voor de hond. Let daarom hierop:

  • Gebruik speelgoed dat de hond niet kapot kan kauwen en in kan slikken. Zacht rubber is dus niet zo geschikt. Let ook op dat er geen scherpe randen of punten aan zitten. Gooi bijvoorbeeld niet met stokken, die kunnen in de keel van de hond steken of tussen zijn tanden klem komen te zitten.
  • Pas op wat je doet. Zeker als jouw hond niet zo groot is, moet je uitkijken dat je niet over hem valt. En let er op dat je niet op een staart of poot gaat staan.
  • Let op de omgeving. Speel niet in de buurt van een straat waar auto’s rijden of vlak langs een fietspad.

Leuke spelletjes

Er zijn veel leuke spelletjes die je met je hond kunt doen. En je hond kan vaak meer dan je dacht! Natuurlijk vindt niet elke hond elk spel leuk. En soms is een hond minder geschikt voor een spel, bijvoorbeeld omdat hij al erg oud is of juist nog te jong, of ergens last van heeft. Maar voor elke hond zijn er wel leuke spelletjes te verzinnen. Hieronder vind je een paar voorbeelden.

Zoekspel

Honden kunnen goed zoeken. Daar kun je een leuk spelletjes van maken. Verstop één van zijn speeltjes en laat de hond zoeken. Natuurlijk moet hij wel eerst leren wat de bedoeling is. En hij moet het speeltje kunnen vinden, anders vindt hij het spelletje niet leuk. Dat doe je zo:

Vraag of een van je ouders de hond even vasthoudt, gewoon binnen in de kamer. Of als jullie hond heel braaf is, vraag hem dan te gaan zitten en daar te blijven. Pak een speeltje en een oude krant. Nu loop je een stukje bij de hond vandaan. Spreid de krant uit op de grond en schuif het speeltje er onder. Laat het een klein stukje onder de krant uit steken. Nu ga je terug naar de hond. Die wil vast al graag naar het speeltje toe. Zeg:"Zoek!" terwijl je vader of moeder de hond loslaat. Als de hond het speeltje leuk vindt, loopt hij er naar toe en trekt  het onder de krant vandaan. Gevonden, heel knap!

Vraag je vader of moeder om het speeltje weer aan jou te geven zodat je het spel nog eens kunt doen. Niet zelf het speeltje van de hond proberen te pakken: als hij dat niet wil, kan hij misschien naar je happen!

Dan maak je het steeds wat moeilijker. Eerst leg je het speeltje helemaal onder de krant. Dan leg je de krant en het speeltje om een hoekje, zodat de hond niet kan zien wat je doet. Dan misschien zelfs in een andere kamer of op de gang.

Zo kun je steeds meer verstopplekken zoeken. Het hoeft niet altijd onder een krant, als de hond eenmaal snapt wat ‘Zoek’ betekent kun je ook het speeltje zonder krant in een andere kamer leggen, of achter een bank, onder een oud kleedje, of tussen andere speeltjes. Let wel even op: leg het speeltje niet zo dat de hond er niet goed bij kan, of tussen de gordijnen, of tussen de kussens van de nieuwe bank. Want dan gaat hij misschien wel krabben of bijten om erbij te komen. Dat vindt je moeder vast niet fijn…

Wat ook leuk is: jezelf verstoppen! Terwijl een van je ouders de hond vasthoudt, ga jij je verstoppen. Dan roep je zachtjes de hond. Kan hij je vinden?

Speuren

De neus van een hond is veel beter dan die van een mens. Honden worden daarom gebruikt om dingen op te sporen of mensen te zoeken. Jouw hond kan ook leren om een spoor te volgen. Veel honden vinden dat erg leuk! Dat leer je hem zo:

Voor dit spel kunnen jullie het beste naar buiten gaan, naar een grasveldje. Neem een heleboel hele kleine brokjes mee (of breek ze door). Laat je vader of moeder de hond vasthouden. Zelf ga je een spoor maken.

Steek een stokje in de grond waar je wilt beginnen. Schuifel dan met je voeten door het gras in een rechte lijn. Steeds als je ongeveer 30 centimeter (of bij een grote hond 40 centimeter) geschuifeld hebt, leg je vlak achter je voeten een brokje in het spoor. Zo schuifel je ongeveer twee meter ver, steeds leg je een brokje neer. Aan het eind van het spoor leg je een paar brokjes, of een favoriet speeltje van je hond.

Nu mag je vader of moeder met de hond komen, hij of zij blijft de riem vasthouden en brengt de hond naar het begin van het spoor. Wijs met je vinger op het spoor. Gaat hij snuffelen dan zeg je bijvoorbeeld: ‘Speur!’. Wijs met je vinger langs het spoor om te laten zien waar hij zijn neus moet houden. Zo help je hem om van brokje naar brokje te gaan (natuurlijk mag hij ze opeten).

Houdt je hond zijn neus goed bij de grond, snapt hij de bedoeling na een paar keer oefenen? Dan kun je het steeds iets moeilijker maken. Leg de brokjes verder uit elkaar: de bedoeling is dat de hond jouw geur gaat volgen in plaats van de brokjes. Maak daarna het spoor langer. Gaat het goed, dan kun je ook bochtjes in het spoor gaan maken.

Ook leuk: stop iets wat de hond erg lekker vindt ruiken in een oude panty van je moeder (wel even vragen…). Pensstaafjes bijvoorbeeld. Sleep nu de panty langzaam achter je aan door het gras (je vader of moeder houdt de hond vast). Als je hond al een beetje kan speuren, dan lukt het hem vast wel om dat spoor te volgen. Aan het eind leg je natuurlijk het staafje voor hem neer!

Gooien en halen (apporteren)

Honden rennen graag ergens achteraan. Je kunt iets voor je hond weggooien zodat hij het kan gaan halen en weer naar jou toe kan brengen. Apporteren noemen we dat. Je kunt een bal gooien, maar ook een ander speeltje zoals een flostouw. Gooi niet met stokken: dat kan verkeerd gaan.

Om dit spelletje te kunnen doen, moet je wel op een paar dingen letten. En doe dit spelletje eerst samen met je ouders, want de hond en jij moeten eerst leren hoe het gaat.

Er zijn twee voorwaarden om dit spel goed te kunnen spelen:

  1. De hond moet weten wat ‘los’ betekent zodat hij het speeltje netjes aan jou geeft. Je ouders leren dat vast op de hondenschool. Als je hond het woord ‘los’ nog niet kent, vraag je ouders dan of ze het hem willen leren. Want het is belangrijk dat je op een veilige manier het speeltje terugkrijgt. Ga nooit zelf aan het speeltje trekken, want dan denkt de hond dat je een ander spelletje wilt doen of dat je het speeltje af wilt pakken en dan houdt hij het juist stevig vast.
  2. De hond moet dit spel al kunnen spelen met je ouders. Kan jouw hond nog niet ‘apporteren’? Vraag dan of je ouders hem dat eerst leren. Als hij eenmaal weet hoe het werkt, dan kunnen jullie samen gaan oefenen zodat de hond dit spel ook met jou kan doen.

Snapt je hond de bedoeling van het spel? Dan ga je eerst oefenen samen met je ouders. Je vader of moeder geeft de hond het speeltje. Nu houd jij je handen klaar in een kommetje onder zijn kop en zeg ‘los’. Gaat dat goed? Dan gooi je het speeltje een heel klein stukje weg, zodat hij het zelf kan pakken. Roep de hond naar je toe en maak het kommetje, en zeg weer ‘los’. Zo kun je steeds verder gaan gooien.

Denk er aan: nooit zelf proberen het speeltje af te pakken! Is jouw hond een beetje wild? Dan laat je de hond het speeltje terugbrengen naar je vader of moeder. Die kan het dan aan jou geven zodat jij het weer kunt gooien.

Het is fijn als je hond zich netjes blijft gedragen tijdens het spel. Vraag daarom voordat je gooit je hond om te gaan zitten. Pas als hij zit, gooi je het speeltje weg. Gooi niet als hij tegen je op springt of als hij blaft, want dan denkt hij dat hij dat steeds moet doen als hij wil dat jij gooit.

Gooi niet te vaak achter elkaar met een bal. Een bal stuitert alle kanten op. Dan moet je hond steeds draaien en remmen, en daarvan kan hij pijn aan zijn poten krijgen. Gebruik bij een puppy helemaal geen bal. Je kunt wel 1 of 2 keer gooien met een ander speeltje dat niet weg stuitert of rolt, maar daarna is het genoeg. Anders is het slecht voor zijn poten.

Denkspelletjes

Wist je dat honden kunnen leren puzzelen? Geen legpuzzel natuurlijk, maar speciale hondenpuzzels. Honden zijn slim en nadenken is goed voor ze.

Er bestaan kant en klare denkspelletjes voor honden. Vaak zijn ze van hout. Ze hebben schuifjes waaronder je een brokje verstopt, of kokertjes waar de brokjes onder liggen, of draaischijven met een holte voor het brokje. Er bestaan allerlei vormen. Vraag het maar eens aan je ouders of in de dierenwinkel.

Je kunt ook klein beginnen. Neem eens drie bloempotten, gewoon van steen of plastic met een gaatje in de bodem. Zet ze op hun kop naast elkaar op een gladde vloer, of gebruik een dienblad. Laat je hond zitten zodat hij naar de potten kan kijken. Nu stop je een brokje onder een van de potten, de hond mag zien waar. Daarna ga je schuiven met de bloempotten: verwissel ze schuivend een aantal keer van plek zodat de pot met het brokje op een andere plek komt te staan. Weet jouw hond nu nog waar het brokje is?

Zo kun je zelf nog meer denkwerk voor je hond verzinnen. Stop eens een brokje in een leeg kartonnen doosje dat je weer dicht kunt doen. Of neem een oude handdoek die kapot mag, leg er een brokje op en vouw de handdoek op. Laat de hond dan zelf verzinnen hoe hij het lekkers kan pakken! Je kunt ook proppen maken van oude kranten. Leg ze in een kartonnen doos zodat de bodem bedekt is. Dan strooi je er een paar brokjes tussen. Laat je hond de brokjes zoeken.

Nog 1 tip: denk aan de lijn…

Bij veel spelletjes gebruik je een of meer brokjes. Maar natuurlijk is het niet de bedoeling dat jouw hond steeds maar extra brokjes krijgt, want dan wordt hij veel te dik! Dat is niet gezond en dan wordt hij sloom. Doe je veel spelletjes met de hond, vraag dan of je ouders een deel van de voerbrokjes van het ontbijt en het avondeten van je hond apart houden en in een bakje doen. Uit dat bakje kunnen jullie dan de brokjes pakken die je nodig hebt voor de spelletjes.