Een buiten- of een binnenkat?
Vroeger kwamen alle katten buiten om te jagen. Pas later werd de kattenbak uitgevonden en kozen steeds meer mensen ervoor om een kat binnen te houden. Een leven binnenshuis is veiliger voor een kat. Binnenkatten worden daarom vaak ouder en blijven langer gezond. Maar sommige katten vinden het binnenshuis veel minder leuk en worden er juist erg ongelukkig van als ze nooit naar buiten kunnen.
Of je een kat wel of niet naar buiten laat gaan, ligt daarom helemaal aan de kat en de omgeving waar je woont. Een kat die al jaren buiten komt, wordt heel ongelukkig als je hem binnenhoudt. Maar een schuwe kat vindt het buiten vaak alleen maar eng en voelt zich binnen het meest op zijn gemak. Zo’n kat wil helemaal niet naar buiten.
Buitenkat: nadelen
Een buitenkat heeft een vrij leventje, maar er zijn ook allerlei gevaren. Woon je in de buurt van een (drukke) weg, dan kan hij eerder aangereden worden. Ook kan hij vechten met andere katten of honden en daardoor gewond raken. Buiten kan je kat giftige planten of andere giftige stoffen eten. En hij kan besmettelijke ziektes oplopen, zoals kattenziekte.
Een ander nadeel van een buitenkat is dat hij eerder parasieten (vlooien, teken of wormen) krijgt, die in tuinen en in de muizen of vogels zitten die hij opeet. En... een buitenkat kan opeens weg zijn, bijvoorbeeld doordat hij door iemand anders wordt meegenomen of doordat hij per ongeluk ergens opgesloten wordt.
Buitenkat: voordelen
Voordelen voor een buitenkat zijn er natuurlijk ook. Zo jaagt hij op muizen en ander ongedierte rond het huis. Buiten is hij veel in beweging waardoor hij niet zo gauw te dik wordt. Hij kan leven als een kat in het wild, waardoor hij minder gauw last krijgt van stress of verveling. Ook kan hij andere katten ontmoeten en daar mee praten.
Buitenkat: handige tips
De gevaren en nadelen van een buitenkat kun je handig voorkomen. Lees de tips:
- Laat je kat alleen overdag buiten en houd hem 's nachts binnen. Anders kan hij ruzie krijgen met zwerfdieren of verblind worden door koplampen van auto’s en een ongeluk krijgen. Leer je kat om naar je toe te komen als je hem roept, dan kun je hem binnenroepen als het donker wordt.
- Gaat hij toch naar buiten ’s nachts, doe hem dan een reflecterend halsbandje om, dan valt hij beter op.
- Woon je naast een drukke weg, houd je kat dan binnen tijdens de spitsuren. Geef hem altijd rond die tijd te eten, dan krijg je hem makkelijker binnen.
- Zorg dat je kat is ingeënt tegen besmettelijke ziekten en laat hem vaker ontwormen.
- Laat je kat chippen bij de dierenarts. Hij krijgt dan chip zo groot als een rijstkorrel net onder zijn huid. Daarop staat jullie naam en adres en zo kan hij teruggebracht worden als hij zoekraakt. Een halsbandje met een kokertje waarin je adres en telefoonnummer zitten, kan ook.
- Laat je kat onvruchtbaar maken bij de dierenarts. Een geholpen kater gaat er niet vandoor, vecht minder en zorgt voor minder herrie en stank. En geholpen poezen raken niet ongewenst zwanger.
Binnenkat: nadelen
Binnenkatten hebben sneller last van vreemd gedrag. Ze zijn eerder bang voor nieuwe, ongewone dingen. Ze worden snel te dik door te weinig lichaamsbeweging en kunnen daar ziek van worden. Ook zijn ze veel afhankelijker van hun baasjes voor aandacht en plezier maken.
Binnenkatten doen altijd hun behoefte binnen, dus moet je de kattenbak vaker verschonen. Ook moeten ze af en toe gek doen, rennen en hun nagels scherpen – en dat is niet fijn voor de meubels in huis! Soms gaan ze uit verveling ondeugende dingen doen: in de wasmachine kruipen, aan elektriciteitskabels knagen of van kamerplanten knabbelen. En... je moet alle ramen en deuren dichthouden. Als een binnenkat ontsnapt is het voor hem buiten veel gevaarlijker dan voor een buitenkat. Een binnenkat kent die wereld niet en weet niet hoe hij ermee om moet gaan.
Binnenkat: voordelen
Een binnenkat heeft meer kans op een lang en gezond leven, zonder de ziekten en gevaren van de buitenwereld. Hij krijgt minder snel parasieten. Bovendien zijn je buren blij want je kat poept en plast niet in hun tuin en maakt geen herrie. Ook neemt hij geen muizen of vogeltjes mee naar huis die hij heeft gevangen en gedood...
Binnenkat: handige tips
- Een kat is een jager. Als hij niet kan jagen krijgt hij last van stress en gaat rare dingen doen. Zorg dus dat hij binnen toch kan ‘jagen’. Bijvoorbeeld met kattenspeeltjes zoals een speelgoedmuis aan een hengel, balletjes enzovoort. Een tweede kat is nog mooier, als ze elkaar tenminste aardig vinden. Dan kunnen ze met elkaar spelen en ravotten.
- Laat jonge katten wennen aan drukte, veranderingen en nieuwe dingen, dan krijgen ze later geen stress van drukte in huis. Doe dat door vriendjes en vriendinnetjes in huis te vragen en ze met de kat te laten spelen, af en toe harde muziek te laten horen enzovoorts. Je moet je kat natuurlijk niet laten schrikken, want dan went hij er niet aan, maar wordt hij er bang van.
- Zorg dat (jonge) katten niet bij spullen kunnen komen die niet beschadigd mogen worden. Want ze krabben en bijten nu eenmaal aan alles. Geef ze een plek waar ze alles mogen, dan kunnen ze zich uitleven. En geef ze een krabpaal waar ze hun nagels aan kunnen scherpen, dan laten ze de meubels met rust.
- Pas op dat je kat niet te dik wordt. Je kunt het gewicht met een weegschaal controleren. Zorg dat je binnenkat genoeg beweging krijgt.
- Veel katten willen af en toe planten of gras eten: dat helpt om haarballen uit te spugen. Geef je kat daarvoor bakjes (katten)gras, kattenkruid, tijm, salie, peterselie of tarwe. Kijk uit dat je kat niet aan (mogelijk giftige) planten in huis gaat knabbelen. Vraag anders de dierenarts om raad.
- Binnen slijten de nagels van katten soms niet genoeg. Als dat zo is, moet je de nagels laten knippen. Er zijn speciale schaartjes te koop bij de dierenspeciaalzaak of dierenarts.
- Zorg dat het veilig is: houd ramen en deuren dicht. En zet een hor of gaas voor openstaande ramen, zodat de kat niet uit het raam kan vallen.
Een binnen-en-toch-buitenkat
Je kunt een kat ook in een ren (een open kooi met gaas eroverheen) houden. Daarin is hij buiten, maar zonder dat hij gevaar loopt. In een tuin met een hoog hek eromheen is hij ook veilig. En... sommige mensen lukt het om hun kat aan een tuigje te laten lopen, zodat hij als een hondje uitgelaten kan worden. Dan kan hij binnen én buiten en is hij toch veilig!